Een existentiële vraag

Wat is Omgevingskwaliteit? In kringen van ruimtelijke professionals is het bijna net zo’n existentiële vraag als ‘Wat is de zin van het leven?’.
Dorp, Stad en Land durft hem toch te stellen in het magazine T o o n, aandacht voor omgevingskwaliteit.

Fotograaf Willem de Kam mag het spits afbijten en geeft antwoord met een fotoserie, geschoten in het alledaagse Nederland. Een mooie serie die de uitkomsten van werkplaatsen met beleidsmakers, adviseurs en gebruikers van de fysieke leefomgeving verbeeldt.

Het magazine geeft ook elders blijk van een (broodnodige) praktische kijk. Stel, je werkt bij een gemeente en krijgt opdracht het welstandsbeleid Omgevingswetproof te maken. Help, wat nu? Lees het artikel op pagina 30-31. En het factsheet op pagina 53, waarin de belangrijkste verschillen tussen voor en na 2019 (of later natuurlijk) op een rij zijn gezet. 

T o o n biedt naast nog veel meer een uitvouwblad met een stappenplan om de omgevingskwaliteit te organiseren. Kies de juiste ingrediënten en het juiste gezelschap, want zegt T o o n: een goed gerecht eet je samen.

Het magazine is in beperkte oplage beschikbaar. Aan te vragen bij Dorp, Stad en Land, adviseurs omgevingskwaliteit.

http://www.dorpstadenland.nl/omgevingskwaliteit/

Blijf wandelen

 Foto uit besproken publicatie

‘Iedere tijd zijn eigen kwaliteit, en vaak is die kwaliteit een reactie op de tekortkomingen van de periode ervoor.’ Dat roept de vraag op, schrijft Peter Paul Witsen in het essay dat hij schreef ter gelegenheid van de Dag van de Ruimtelijke Kwaliteit in de provincie Utrecht, waar de omgevingskwaliteit anno 2017 op reageert.

Op grote structuren en anonieme markten, geeft hij als antwoord. Op een dag staan ze zomaar bij jou op de stoep, de organisaties zonder gezicht maar met programma (Vinex, mainport, ecologische hoofdstructuur). Vanuit hun redeneringen is bijvoorbeeld een Noorderpark aan de rand van Utrecht volstrekt logisch, maar in het dagelijks gebruik blijkt het park zich niet te hechten aan de sociale omgeving. De systeemwaarden domineerden in deze en vele andere transformaties in de Vinextijd, terwijl er in het omgevingsbeleid, net als in de zorg en het onderwijs, ruimte moet zijn voor de menselijke waarden. Et voila: omgevingskwaliteit.

Een hoge omgevingskwaliteit, stelt Witsen, ontstaat als de ambitie in de omgevingsvisie in verband wordt gebracht met het plaatselijke en zelfs persoonlijke schaalniveau.

Juist omdat de Omgevingswet uitnodigt om vast de eerste steen te leggen zonder afgetimmerd plan, is er letterlijk en figuurlijk ruimte om te verkennen. Om te wandelen en samen het terrein te ontdekken. Dat mag je letterlijk nemen.

‘Blijf wandelen’, Peter Paul Witsen, persoonlijk essay geschreven in opdracht van provincie Utrecht ter gelegenheid van de Dag van de Ruimtelijke Kwaliteit, april 2017.

https://www.westerlengte.nl/westerlengte_blijfwandelen.pdf

 O-team: pilot tussen de pilots

Ruim een jaar na de installatie heeft het O-team de balans opgemaakt. Het O-team kreeg van minister Schultz van Haegen van I en M de opdracht mee op lokale partijen te adviseren over nieuwe ruimtelijke opgaven.

In een essay geschreven door Arie Lengkeek blikken de leden van het O-team (Hilde Blank, Joost Schrijnen en Geurt van Randeraat) terug op de eerste vier projecten die zij begeleid hebben,  in Nijmegen, Zwolle, Doetinchem en Utrecht.

Gemene deler van hun ervaring tot nu toe is het belang van goed opdrachtgeverschap. Het eerste van de zes inzichten die de reflectie heeft opgeleverd luidt niet voor niets: ‘Om het beste antwoord te vinden, heb je de beste vraag nodig’.

Hoe vaak stellen we als opdrachtgever niet een halve vraag in de hoop op een heel antwoord, steekt Van Randeraat de hand in eigen boezem. Om die vraag aan te scherpen zet het O-team graag meerdere ontwerpbureaus naast elkaar al vroeg in het traject in. Om tunnelvisie te voorkomen en om collegiale interactie te stimuleren. In Nijmegen koos elk van de  betrokken partijen (O-team, gemeente, waterschap) hiervoor een bureau uit het eigen netwerk.

Ook de andere vijf inzichten geven stof tot nadenken. De nadruk op projectsturing, die het O-team heeft ondervonden bijvoorbeeld. Alles is een project. ‘Het projectgericht werken is doorgeslagen’, vindt Hilde Blank. Dat is geen probleem als het de uitvoering betreft, maar het belemmert het zicht op de opgave, luidt inzicht drie.

Het driemanschap van het O-team merkt ook op dat er opvallend veel pilots zijn. Van Randeraat ‘proeft een veranderlust’. Het rijk is weliswaar teruggetreden uit het domein van de ruimtelijke ordening, maar is opdrachtgever van tal van pilots. ‘Bij de Omgevingswet is de transitie zo giga, terwijl alle pilots zeer op de tast zijn.’ En vult Hilde Blank aan, die praktijk is  zo kleinschalig dat er geen grote lijnen uitgehaald worden.

Onderweg met het O-team, essay over ervaringen, observaties en inzichten na 1 jaar O-team. Arie Lengkeek | commongrounds, in opdracht van het O-team.

https://www.oteam.nl/documenten/beleidsnotas/2017/05/17/essay-arie-lengkeek

Gelukkige huurders

De ecologische wijk van het eerste uur: Eva-Lanxmeer in Culemborg

Belangen van de bewoners worden bij grootschalige duurzaamheidsoperaties vaak vergeten. Maar deze ‘zachte’ factor is zeer bepalend voor het succes en de duurzaamheid van de ingrepen.

Hoe je bewoners echt enthousiast over vergaande energiemaatregelen in hun huurwoning krijgt, onderzoeken Anke van Hal, Birgit Dulski en Anne Marij Postel in de studie ‘Lessen uit het verleden, Ecowijken toen – bestaande wijken nu’, een studie van het Center for Entrepreneurship and Sterwardship van de Nyenrode Business Universiteit. De hamvraag van de onderzoekers is:  hoe vergroot je de kans dat ingrepen in de duurzaamheid in de bestaande woningen en wijk succesvol zijn, ook op langere termijn?

Met die vraag in het hoofd onderzochten zij zes oudere ecowijken, waaronder Eva-lanxmeer in Culemborg, GWL-terrein in Amsterdam en Ecolonia in Alphen aan den Rijn. Daar zijn de innovaties van toen immers toegepast.

Een kort antwoord op de vraag is: om het enthousiasme voor noodzakelijke energiereductie (ondanks nadelen voor huurders als overlast, verlies van kattenluikje) te laten beklijven moet gestreefd worden naar een sterkere emotie dan tevredenheid. Bewonersgeluk. Dat kan door duurzaamheid in breder perspectief te zien.

‘Lessen uit het verleden, Ecowijken toen – bestaande wijken nu’, Anke van Hal, Birgit Dulski, Anne Marj Postel, Nyenrode Business Universiteit

http://docplayer.nl/35346115-Lessen-uit-het-verleden-eco-wijken-toen-bestaande-wijken-nu.html


Marijke Bovens | juli 2017
Interessante publicaties voor deze rubriek kunt u mailen naar info@ruimtelijkekwaliteit.nl

 

 

 

 

.

 

 

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit